Verduidelijking van het begrip 'motorvoertuigen' in de wet over de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Economie Kris Peeters een ontwerp van koninklijk besluit goed dat de definitie van het begrip 'motorvoertuigen' in de wet over de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen (WAM) verduidelijkt.
De strikte interpretatie van de huidige definitie van het begrip 'motorrijtuig' in de WAM, en in het bijzonder het aspect autonoom kunnen rijden, zorgt ervoor dat bepaalde elektrische fietsen, gemotoriseerde voortbewegingstoestellen en elektrische rolstoelen in de regel onder de verzekeringsplicht zouden vallen. De bestuurders ervan zouden tevens buiten het toepassingsgebied vallen van de automatische wettelijke vergoedingsregeling van artikel 29bis WAM (zwakke gebruikers).
Het ontwerp heeft daarom als doel om die vervoermiddelen uit te sluiten die in principe onder de definitie ‘motorrijtuigen’ in het WAM zouden vallen. Deze uitsluiting is van toepassing op rij- of voertuigen die bestemd zijn om zich over de grond te bewegen, en die door een mechanische kracht kunnen worden gedreven, zonder aan spoorstaven te zijn gebonden voor zover deze louter door een mechanische kracht kunnen worden gedreven tot een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van ten hoogste 25 km/u.
Daarnaast onderwerpt het ontwerp de bromfietsen klasse 1 aan de verzekeringsplicht, los van het criterium 'snelheid'.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Ontwerp van koninklijk besluit tot nadere bepaling van het begrip motorvoertuigen in de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen