31 jan 2003 16:00

Verkeersveiligheid

Op voorstel van minister van Mobiliteit en Vervoer Isabelle Durant, heeft de Ministerraad bij de eerste lezing vier uitvoeringsbesluiten goedgekeurd van de wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid.

Op voorstel van minister van Mobiliteit en Vervoer Isabelle Durant, heeft de Ministerraad bij de eerste lezing vier uitvoeringsbesluiten goedgekeurd van de wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid.

Deze vier besluiten hebben respectievelijk betrekking op de nieuwe categorisering van de overtredingen, de onmiddellijke inning, het bevel tot betaling en het fonds van de boetes. Worden geclassificeerd als zware overtredingen van de eerste graad : ? De maximumsnelheid met meer dan 10km/u en minder dan 20km/u per uur overschrijden, behalve in zones-30, op woonerven en in schoolomgevingen (deze overtreding is in de huidige wetgeving reeds een zware overtreding). ? Geen controle hebben over zijn voertuig of niet in staat zijn alle manoeuvres uit te voeren die een bestuurder moet uitvoeren. ? Met een onaangepaste snelheid rijden, de veiligheidsafstanden niet in acht nemen, de normale voortgang van andere weggebruikers hinderen door met een abnormaal lage snelheid te rijden of plots nodeloos te remmen, aansporen tot overdreven snel rijden, niet vertragen of stoppen bij het naderen van dieren die zich op de openbare weg bevinden. ? Nalaten snelheid te minderen tijdens het inhalen van een voertuig dat een oversteekplaats voor voetgangers of fietsers en bestuurders van bromfietsen nadert. ? Inhalen op een overweg. ? Met een voertuig dat daar niet is toegelaten op een weg rijden die is voorbehouden aan voetgangers, fietsers en ruiters. ? Rijden of parkeren in een voetgangerszone zonder daar toestemming voor te hebben. ? Een voertuig laten stilstaan of parkeren : - op trottoirs en binnen de bebouwde kom op verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering ; - op fietspaden ; - op overwegen ; - op oversteekplaatsen voor voetgangers, op oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen ; - op de rijbaan in onderbruggingen, in tunnels en behoudens plaatselijke reglementering onder bruggen ; - op de rijbaan nabij de top van een helling en in een bocht wanneer het zicht onvoldoende is ; ? Een voertuig parkeren : - op een bus- of tramhalte; (op minder dan 15 meter aan weerzijnden van een bord dat een tram of bushalte aanwijst) - op plaatsen waar voetgangers, fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen de rijbaan moeten gebruiken om een hindernis te nemen ; - op plaatsen waar de doorgang van spoorvoertuigen zou worden belemmerd ; - wanneer de vrije doorgang op de rijbaan minder dan 3 meter breed zou worden. ? Parkeren op een parkeerplaats voor gehandicapte personen zonder de speciale kaart te hebben geplaatst aan de binnenkant van de voorruit of bij gebrek aan een voorruit op het voorste gedeelte van het voertuig. ? Gereden hebben met een voertuig voor gehandicapte persoon, een fiets of een gespan zonder verlichting vooraan of achteraan, wanneer het gebruik van de lichten verplicht was. ? Indien het verkeer in de gevolgde richting belemmerd is een oversteekplaats voor voetgangers oprijden en er blijven staan. ? Overtreding tegen het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen: het inschrijvingsbewijs niet aan boord van het voertuig hebben. ? Van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens. o De bepalingen betreffende de inschrijving «proefritten» niet nageleefd hebben o Het vignet niet aangebracht hebben op de «proefrittenplaat». o Het vignet niet aangebracht hebben op de «handelaarsplaat». o De voorschriften betreffende het gebruik van de «handelaarsplaten» niet nageleefd hebben o De «proefrittenplaat» of de «handelaarsplaat» niet teruggestuurd hebben binnen de voorgeschreven termijn bij beëindiging van de uitoefening van de activiteit. o De «proefrittenplaat» of de «handelaarsplaat» niet teruggestuurd hebben binnen de voorgeschreven termijn, zodra de houder niet meer verzekerd is. o Het inschrijvingsbewijs «proefritten» of «handelaar» niet kunnen vertonen * Van het koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende de reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatshebben. * De dagen en uren waarop verkenningen toegestaan zijn, niet nageleefd hebben. * Een voertuig in het verkeer gebracht hebben dat niet ingeschreven is en niet de nummerplaat draagt die bij de inschrijving werd toegekend. * Een niet in het repertorium van de voertuigen ingeschreven voertuig in het verkeer in België gebracht hebben als dit voertuig reeds in het buitenland is ingeschreven. * Een voertuig gebruikt hebben voor de uitoefening van zijn beroep en dat in het buitenland is ingeschreven op naam van een buitenlandse werkgever, zonder te beschikken over het attest dat afgegeven is door de Belgische administratie van de BTW. * Handelingen uitgevoerd hebben op de kentekenplaten of ze overdekt hebben. * Van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens. * De leesbaarheid van de kentekenplaat geschaad hebben * Van het koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatshebben: de bepalingen in verband met de klassementsproeven niet nageleefd hebben. De eerste categorie van zware overtredingen omvat met name gedragingen van een voertuig die de zwakste weggebruikers hinderen of onrechtstreeks in gevaar brengen en gedragingen indruisen tegen de verdeling van de openbare ruimte. Deze categorie vormt de grootste wijziging ten overstaan van de huidige wetgeving, omdat bepaalde overtredingen die momenteel worden gezien als gewone overtredingen in deze categorie zijn opgenomen. Worden geclassificeerd als zware overtredingen van de tweede graad : ? de maximumsnelheid in zones-30, op woonerven en in schoolomgevingen met meer dan 10km/u en minder dan 20km/u. ? de algemene of door verkeersborden of de categorie van het voertuig opgelegde maximumsnelheid met meer dan 20km/u en minder dan 40km/u overschrijden. ? De linkerrijbaan gebruiken waar dit niet is toegestaan op openbare wegen waarvan de rijbanen duidelijk van elkaar zijn gescheiden. ? Geen acht slaan op: - de voorrangsregels, - de voorrang die aan prioritaire voertuigen, - de voorrang die in de bebouwde kom moet worden verleend aan bussen ter hoogte van hun halte, - de verkeersborden B1 of B5 (voorrang verlenen en stopbord). ? Geen acht slaan op: - de regels betreffende het kruisen - het verkeersbord B19 (smalle doorgang: voorrang verlenen aan bestuurders die uit tegengestelde richting komen). ? Een bestuurder links inhalen die had aangegeven dat hij links wilde afslaan of zijn voertuig aan de linkerkant van de openbare weg wilde parkeren en die zich reeds naar links begeven had om dit manoeuvre uit te voeren. ? Links inhalen wanneer de bestuurder de tegemoetkomende weggebruikers niet van ver genoeg kon opmerken. ? Geen acht slaan op de verkeersborden C35 en C39 (verboden in te halen tot aan het volgende kruispunt). ? Versnellen of niet uiterst rechts rijden als men wordt ingehaald ? Een spoorvoertuig links inhalen of kruisen wanneer dit verboden is. ? Een voetganger in gevaar brengen : - tijdens het inhalen van een voertuig bij het naderen van een oversteekplaats voor voetgangers of wanneer een bestuurder voor deze oversteekplaats stopt om een voetganger te laten passeren, - bij een richtingsverandering, - op woonerven, - in voetgangerszones, - in speelstraten, - veiligheidsregels ten aanzien van voetgangers, - geen acht slaan op verkeerslichten voor voetgangers, - geen snelheid minderen bij het passeren van een voertuig voor openbaar vervoer dat stilstaat om reizigers in- of uit te laten stappen of reizigers gehinderd hebben bij het in- of uitstappen. ? Een overweg oprijden wanneer dit verboden is. ? Gereden hebben met een motorvoertuig, een sleep zonder verlichting vooraan of achteraan, wanneer het gebruik van de lichten verplicht was. ? Elkaar hinderen of wederzijds in gevaar brengen op een weg voorbehouden aan voetgangers, fietsers en ruiters. ? Met een motorvoertuig, een sleep of een gespan rijden zonder verlichting aan de voor- of de achterzijde wanneer het gebruik van verlichting verplicht is. ? Geen snelheid matigen of indien nodig niet stoppen wanneer de bestuurder van een voertuig voor schoolvervoer door het gebruik van alle richtingaanwijzers aangeeft dat kinderen gaan in- of uitstappen. ? Een fietser of een bestuurder van een bromfiets in gevaar brengen. ? Een militaire colonne, een groep scholieren, een stoet of een wielerwedstrijd doorbreken. ? De regels betreffende de lading niet in acht nemen. ? Het verkeersbord C24a, b en c niet in acht nemen (verboden toegang voor vervoer van gevaarlijke goederen). ? Een rood of een niet-knipperend oranje licht niet in acht nemen. ? Een witte doorlopende streep tussen de rijstroken overschrijden. ? Een voertuig dat niet ingeschreven is en niet de nummerplaat draagt die bij de inschrijving werd toegekend. ? Een in België in het verkeer brengen dat niet is ingeschreven in het repertorium van de voertuigen, terwijl dit voertuig in het buitenland is ingeschreven. ? Voor de uitoefening van zijn beroep een voertuig gebruiken dat in het buitenland is ingeschreven op naam van een buitenlandse werkgever, zonder te beschikken over het attest uitgereikt door de Belgische administratie van de BTW. ? Kunstgrepen uitvoeren op kentekenplaten of kentekenplaten bedekken. ? Van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens: de leesbaarheid van de kentekenplaat geschaad hebben ? Van het koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatshebben: de bepalingen in verband met de klassementsproeven niet nageleefd hebben. De tweede categorie van zware overtredingen omvat hoofdzakelijk de zware overtredingen van de huidige wetgeving. Deze categorie omvat gedragingen van een voertuig die rechtstreeks gevaar opleveren voor andere weggebruikers, hetzij door het uitvoeren van manoeuvres, hetzij door een gebrek aan signalisering jegens de andere weggebruikers, en die neerkomen op een zware onvoorzichtigheid. Worden geclassificeerd als overtredingen van de derde graad : ? de maximumsnelheid met 20km/u en meer overschrijden in zones-30, op woonerven en in schoolomgevingen; ? de algemene of door verkeersborden of de categorie van het voertuig opgelegde maximumsnelheid met 40km/u en meer overschrijden. ? Geen gevolg geven aan de bevelen van een bevoegd persoon. ? Rechts inhalen wanneer dit verboden is. ? Links inhalen bij het naderen van de top van een helling of in een bocht wanneer daar niet mag worden ingehaald. ? Een bestuurder links inhalen die zelf een ander voertuig dan een fiets, een tweewielige bromfiets of een motorfiets inhaalde, wanneer dit inhalen verboden is. ? Op een snelweg of een autoweg een dwarsverbinding gebruiken, rechtsomkeert maken of achteruit rijden. ? Deelnemen aan snelheids- of sportwedstrijden op de openbare weg zonder speciale vergunning van de wettelijk gemachtigde overheid. De derde categorie van overtredingen omvat gedragingen van voertuigen die neerkomen op een zware fout en die rechtstreeks gevaar opleveren voor andere weggebruikers. Procedures voor de betaling van de bedragen van de overtredingen De wet voorziet in verschillende wijzen van optreden. De regering wilde de geëiste bedragen harmoniseren. De onmiddellijke inning is een bedrag dat men aan de overtreder voorstelt ter plaatse te betalen als hij door een gemachtigd persoon wordt tegengehouden. Het ontwerp van koninklijk besluit bepaalt de bedragen voor elke categorie van overtredingen. Het ontwerp van koninklijk besluit laat toe de onmiddellijke inning inzake zware overtredingen toe te passen voor Belgen (behalve voor zware overtredingen van de derde graad), wat voorheen niet mogelijk was. De tekst past eveneens de betalingswijze per overschrijving en bankkaart aan. Het bevel tot betaling wordt binnen 14 dagen na het begaan van een automatisch vastgestelde overtreding naar de overtreder verzonden. Deze overtredingen kunnen van drieërlei aard zijn: door het rode licht rijden, te snel rijden of rijden in staat van dronkenschap. De overtreder moet binnen 30 dagen betalen. Als hij niet op tijd betaald, wordt het bedrag vermeerderd met 25%. Na het betalen van de som, kan beroep worden aangetekend. De betwisting van de identiteit van de overtreder en de echtheid van de feiten is echter mogelijk voor het betalen van de som. Overtreders die in aanmerking komen voor rechtsbijstand, worden bovendien niet onderworpen aan het bevel tot betaling. Het ontwerp van koninklijk besluit bepaalt de bedragen die moeten worden betaald op grond van de huidige bedragen van de minnelijke schikking en houdt rekening met een verhoging van de boetes met 10%. De minnelijke schikking : alvorens naar de rechter te worden verwezen, stelt men aan de overtreder voor een som te betalen. De betaling van deze som maakt een einde aan de strafvordering. De bedragen van de minnelijke schikking moeten nog worden bepaald door de minister van Justitie en het college van procureurs-generaal. Er zal echter een zekere samenhang moeten worden bewaard met de bedragen van de onmiddellijke inning en het bevel tot betaling. De boetes : Een boete is een straf die door de politierechter wordt opgelegd. De politierechter heeft de mogelijkheid een bedrag op te leggen dat lager is dan het minimumbedrag indien de overtreder financiële problemen heeft. Het verkeersveiligheidsfonds Het ontwerp van koninklijk besluit organiseert het systeem van overeenkomsten tussen de federale overheid en de politiezones. Het wetsontwerp richt een verkeersveiligheidsfonds op dat wordt gespijsd met de boetes (de bedragen die worden geïnd bovenop het totaal dat werd geïnd in het referentiejaar 2002). Elk jaar zal de minister van Binnenlandse Zaken dit bedrag meedelen, alsook het maximumbedrag dat aan de politiezones zal kunnen worden toegewezen. Om toegang te krijgen tot financiering door dit fonds, zullen de politiezones een lokaal veiligheidsplan moeten voorstellen op grond waarvan zij een overeenkomst met de ministers van Binnenlandse Zaken en Mobiliteit en Vervoer zullen kunnen ondertekenen. De bedragen zullen aan de politiezones worden toegekend volgens het aantal politiemensen, de vermindering van het aantal doden en zwaargewonden, de vermindering van de zwarte punten, het aantal pv's van het jaar voordien, het aantal kilometers weg in de politiezone. De overeenkomsten zullen rekening moeten houden met de volgende thema's : ? De naleving van de snelheidsbeperkingen ? De preventie en de bestrijding van het rijden onder invloed ? Het dragen van de veiligheidsgordel ? De naleving van de regels voor het wegvervoer ? De bestrijding van het hinderlijk en gevaarlijk parkeren De datum van inwerkingtreding van deze uitvoeringsbesluiten van de wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid, ligt nog niet vast. De Raad van State en de gewesten moeten nog hun advies uitbrengen voordat in de ministerraad een tweede lezing kan plaatsvinden. Voordat deze besluiten in werking treden, zal een grote infocampagne worden gevoerd.