19 jul 2013 22:19

Verslag over de uitvoering van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap

De ministerraad neemt kennis van het tweede semestrieel verslag over de uitvoering van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap dat staatssecretaris voor Personen met een handicap Philippe Courard heeft voorgesteld.

Het Verdrag werd door België op 2 juli 2009 geratificeerd. Het gaat over de fundamentele rechten voor personen met een handicap en bepaalt de verplichtingen en de verbintenissen die de lidstaten, die het verdrag geratificeerd hebben, moeten nemen om aan de personen met een handicap de volledige uitoefening van hun rechten net zoals alle andere burgers toe te kennen.

De ministerraad van 11 mei 2012 heeft de concrete werkvoorschriften vastgelegd, met name:

  • de organisatie van een referentienetwerk ‘handicap’ aangeduid binnen elke administratie en elk federaal kabinet. Hun rol is om specifiek toe te zien op het respect van de dimensie ‘handicap’ bij het ontstaan van elke nieuwe beleidsmaatregel.
  • het referentienetwerk handicap wordt halfjaarlijks gehouden. De volgende vergadering vindt plaats in de herfst.
  • dat de verschillende ministers en staatssecretarissen effectief rekening houden met de dimensie ‘handicap’ bij de ontwikkeling en de uitvoering van hun beleid.
  • dat de Staatsecretaris die belast is voor Personen met een handicap halfjaarlijks een verslag voorstelt aan de ministerraad over de vooruitgang van deze implementatie.

De wil van de Belgische regering, in overeenstemming met de voorschriften van het Verdrag, bestaat dus uit het doorvoeren van een waar proces van bewustwording en evaluatie: het is ervoor zorgen dat voor elke genomen maatregel, de impact op het dagelijkse leven van personen met een handicap zo vroeg mogelijk in rekening wordt gebracht in de denk- en beslissingsprocessen en dat de personen met een handicap zelf in het proces betrokken worden.

Het verslag toont aan dat de verschillende federale administraties de voorbije zes maanden talrijke initiatieven namen die de goede richting uit gaan. Hij benadrukt met name dat de raadpleging en het overleg met de sector voor personen met een handicap voortdurend stijgt en dat het advies van de civiele maatschappij via de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap steeds beter geïntegreerd is. Maar het blijkt ook dat dit advies soms te laat in het denkproces komt.
Om juist dit bewustzijn te bevorderen en om de reflex ‘rekening te houden met personen met een handicap’ bij elke beslissingname door te voeren, worden verschillende maatregelen uitgevoerd:

  • de opstelling van een gedetailleerde en informatieve brochure voor alle ‘handicap’-referenten. Deze brochure zal als doel hebben de contactpunten in hun opdracht te steunen en hen te helpen bij de toepassing van het Verdrag.
  • de organisatie van een studie- en uitwisselingsdag voor alle ‘handicap’-referenten.
  • het bevorderen van een goede praktijk van de FOD Mobiliteit: de organisatie van ‘infomiddagen’ voor alle medewerkers, die tot doel hebben te sensibiliseren, en de noodzaak en voorwaarden uit leggen om bij elke beslissing rekening te houden met de dimensie ‘handicap’.

Alle leden van de regering werden tot slot herinnerd aan het belang om vanaf het begin van elk denk- en beslissingsproces de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap aan te spreken en te betrekken, en dit voor elke beleidsmaatregel die ze overwegen en die een impact kan hebben op de rechten en noden van personen met een handicap.