23 jan 2025 11:29

Vierde federaal milieurapport 2019-2023

Het vierde federaal milieurapport is klaar. Dit rapport maakt de balans op van het beleid dat is uitgevoerd in de periode 2019-2023 en schetst de vooruitzichten voor de volgende legislatuur.

Federale milieurapporten worden overeenkomstig de wet van 5 augustus 2006 op openbaarheid van milieu-informatie elke 4 jaar opgesteld door de federale administraties, gecoördineerd door het DG Leefmilieu van de FOD Volksgezondheid. De tekst die vandaag aan het parlement werd overgemaakt, is gewijd aan het milieubeleid dat werd uitgevoerd op federaal niveau in de periode 2019-2023. Een tweede rapport, dat dezelfde periode beslaat maar focust op de toestand van het mariene milieu, zal binnenkort ook aan het parlement worden bezorgd. 

Balans van het federale milieubeleid 2019-2023

Het rapport analyseert de effectiviteit van het milieubeleid in de volgende prioritaire gebieden:

  • Klimaat en ozon: Om de Europese doelstelling voor 2030 ten opzichte van 2005 voor ons land te halen wat betreft de vermindering van de uitstoot in de sectoren die niet onder het emissiehandelssysteem vallen (de bouw-, transport-, landbouw-, afval- en andere sectoren), zijn ook op het federale niveau bijkomende en versterkte beleidsmaatregelen nodig, naast de gewestelijke maatregelen. Deze bijdrage is essentieel om België op weg te zetten naar klimaatneutraliteit tegen 2050. Naast specifieke federale maatregelen om zich aan te passen aan de klimaatverandering, moet er meer politieke aandacht en voldoende budgettaire middelen worden besteed aan de integratie van klimaatadaptatie in het beleid per sector. Op vlak van ozonafbrekende stoffen is evenwel het positieve nieuws dat dankzij internationale actie de wereldwijde uitstoot zo goed als verdwenen is.
  • Biodiversiteit: Er zijn een aantal nationale initiatieven en strategieën gelanceerd, zoals de Belgische nationale strategie inzake bestuivers 2021-2030. Maar gezien de cijfers aantonen dat een derde van de bijen- en vlindersoorten verdwijnt, moet er dringend bijkomende actie worden ondernomen.
  • Duurzame productie- en consumptiepatronen: België presteert beter dan het Europese gemiddelde op vlak van circulair materialengebruik.  Er werden in deze periode verschillende projectoproepen gelanceerd en wetgevende initiatieven voorbereid, om de overgang naar een circulaire economie te versnellen. Toch moet er nog meer ondernomen worden, vooral om het verbruik van grondstoffen te verminderen. 
  • Mobiliteit en vervoer: Er zijn maatregelen genomen om de alternatieven voor de auto te versterken en het goederenvervoer per spoor te verbeteren. De uitstoot in het wegvervoer blijft evenwel hoger dan in 1990 (in plaats van te dalen). 
  • Energie: Hoewel windenergie op de Noordzee zich sterk heeft ontwikkeld, zijn er nog steeds verbeteringen nodig om de windenergiecapaciteit te vergroten.
  • Kernenergie: Constante waakzaamheid blijft essentieel bij het beheer van kernafval.
  • Milieu en gezondheid: Er zijn een groot aantal initiatieven gelanceerd. Toch blijven vervuilende stoffen de volksgezondheid aantasten, vooral via luchtvervuiling en blootstelling aan gevaarlijke chemicaliën.

Conclusies en aanbevelingen

De meeste indicatoren laten zien dat de toestand van het milieu achteruit blijft gaan, vooral op het vlak van klimaat en biodiversiteit. Hoewel er maatregelen zijn genomen, is de uitvoering ervan vaak onvolledig of vertraagd.

Als de federale overheid alle doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties wil halen, moet het beleid worden versterkt, dienen de milieu-indicatoren nauwgezetter worden opgevolgd en moet het ambitieuze engagement voor milieubescherming worden voortgezet.

Daarnaast is het noodzakelijk dat:

  • België een belangrijke rol blijft spelen samen met zijn internationale partners, vooral in de context van klimaat- en biodiversiteitsovereenkomsten. Bijzondere aandacht moet gaan naar de minst ontwikkelde landen.
  • De overgang naar een circulaire economie wordt versneld en de vervuiling door chemische stoffen verder wordt aangepakt.
  • De overgang eerlijk en inclusief is, zodat niemand achterblijft.

Deze inspanningen, in combinatie met een versterkte coördinatie tussen de federale en gewestelijke overheden, zullen België in staat stellen zich te positioneren als een belangrijke speler in de strijd tegen de wereldwijde milieu-uitdagingen en tegelijk een duurzame toekomst voor zijn burgers te verzekeren.

Het volledige rapport kan worden gelezen op Het federaal milieurapport | FOD Volksgezondheid.