19 jun 2009 22:00

Benoeming van Peter Van den Bossche bij het ORG van de WTO

Vicepremier en Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht verheugt zich over de benoeming vandaag in Genève van onze landgenoot Peter Van den Bossche als nieuw lid van het Beroepsorgaan van het Orgaan voor Regeling van Geschillen de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de hoogste instantie voor de beslechting van internationale handelsgeschillen.

Vicepremier en Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht verheugt zich over de benoeming vandaag in Genève van onze landgenoot Peter Van den Bossche als nieuw lid van het Beroepsorgaan van het Orgaan voor Regeling van Geschillen de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de hoogste instantie voor de beslechting van internationale handelsgeschillen.

Brussel, 19 juni 2009 Vicepremier en Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht verheugt zich over de benoeming vandaag in Genève van onze landgenoot Peter Van den Bossche als nieuw lid van het Beroepsorgaan van het Orgaan voor Regeling van Geschillen de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de hoogste instantie voor de beslechting van internationale handelsgeschillen. Dat een Belg zitting neemt in dit zevenkoppig college komt uiteraard het imago van ons land ten goede. Professor Van den Bosche is voorgedragen in naam van de Europese Unie na een brede consultatie van de lidstaten van de WTO. Hij werd actief gesteund door de Europese Commissie tijdens zijn campagne. Ook de inspanningen van de Belgische diplomatie hebben bijgedragen tot het behalen van dit mandaat dat van start gaat op 12 december 2009 voor vier jaar en dat hernieuwbaar is. De minister feliciteert professor Van den Bossche. Zijn onmiskenbaar ontwikkelingsvriendelijk profiel, gedegen kennis van het wereldhandelsrecht, van de werking van de WTO instellingen en bijzonder de internationale regeling van economische geschillen waren cruciale factoren ten gunste van deze prestigieuze benoeming. Zijn verkiezing is eveneens mogelijk gemaakt door zijn imago van onafhankelijkheid, onpartijdigheid en collegialiteit en zijn persoonlijke gedrevenheid.