Protocol tussen de Veiligheid van de Staat en de Nationale Bank van België – Rechtzetting door de Veiligheid van de Staat
Samenvatting
Op 16 november 2015 heeft de Veiligheid van de Staat een overeenkomst gesloten met de Nationale Bank van België, waarin concrete afspraken vastgelegd werden over de wijze waarop de VSSE informatie kan opvragen bij het Centraal Aanspreekpunt (CAP) van de NBB.
Op basis van de wet op de inlichtingendiensten kan de VSSE aan het CAP vragen bij welke bank een bepaalde persoon die, bijvoorbeeld, in verband gebracht wordt van terroristische activiteiten, een rekening heeft. De VSSE weet dan onmiddellijk aan welke bank hij zich moet richten om meer informatie op te vragen en moet dan geen algemene rondvraag doen bij alle banken. Deze werkwijze is niet alleen kosten- en tijdsbesparend, maar verhindert ook dat de naam van een “target” onnodig bekendgemaakt wordt.
Eens de VSSE via het CAP weet bij welke bank een persoon klant is, kan zij meer informatie opvragen over de banktegoeden en transacties van de persoon in kwestie. Hiervoor is de expliciete goedkeuring vereist van een bestuurlijke commissie bestaande uit drie magistraten. Iedere vraag om dergelijke financiële informatie wordt bovendien gecontroleerd door het Vast Comité I.
De VSSE betreurt dat het advies van het Vast Comité I over het protocolakkoord waarover bericht is in De Tijd, aan een journalist is meegedeeld alvorens de administrateur-generaal hierover in kennis is gesteld. De tendentieuze en verkeerde berichtgeving stemmen tot nadenken, zeker in tijden waarin de doorlichting van de financiering van terrorisme een belangrijk werkmiddel is voor de inlichtingendiensten.
Uitleg
Een journalist van De Tijd verklaart dat hij gisteren kennis gekregen heeft van een brief van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten (Comité I), waarin een negatief advies staat over een recent gesloten protocol tussen de Veiligheid van de Staat (VSSE) en de Nationale Bank van België (NBB).
De VSSE heeft deze brief nog niet ontvangen en betreurt dat de inhoud ervan eerder werd meegedeeld aan een journalist dan aan de administrateur-generaal van de inlichtingendienst. Dit perslek stemt tot nadenken.
De VSSE klaagt ook de onjuistheden in het persartikel aan en weerlegt met klem dat de inlichtingendienst de controle door de bestuurlijke Commissie bestaande uit drie magistraten, zou omzeilen door op heimelijke wijze informatie op te vragen bij de NBB.
Waarover gaat het?
Op 16 november 2015 heeft de Veiligheid van de Staat een overeenkomst gesloten met de Nationale Bank van België, waarin concrete afspraken vastgelegd werden over de wijze waarop de VSSE informatie kan opvragen bij het Centraal Aanspreekpunt (CAP) van de NBB. De tekst van dit akkoord werd opgesteld door de NBB na overleg met de vorige gouverneur, de heer Coene, en de huidige gouverneur, de heer Smets.
In de onderzoeken naar personen of organisaties die de aandacht van de VSSE trekken wegens hun banden met terrorisme, extremisme, spionage, proliferatie van massavernietigingswapens ed. kan de VSSE op gerichte wijze volgende informatie opvragen bij het CAP:
-
de nummers van rekeningen en contracten die een “target” heeft bij een Belgische bank-, wissel-, krediet- en spaarinstelling. Deze informatie wordt door de banken meegedeeld aan het CAP. Het CAP geeft géén informatie over de saldi op de rekeningen of de bankverrichtingen ;
-
de buitenlandse rekeningnummers van een welbepaalde “target” en de benaming van de bank-, wissel-, krediet- en spaarinstelling. Deze informatie wordt door de belastingplichtige meegedeeld in zijn belastingaangifte.
De VSSE kan deze gegevens bij het CAP opvragen op basis van artikel 14 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten dat bepaalt dat openbare diensten op verzoek van de VSSE informatie moeten meedelen. Om deze samenwerking te stroomlijnen, bijvoorbeeld voor het aanstellen van een contactpersoon, werd een protocolakkoord gesloten.
Dankzij de informatie van het CAP moet de VSSE niet aan alle banken vragen of een bepaalde persoon daar een bankrekening heeft. Het CAP deelt aan de VSSE enkel de rekeningnummers mee op basis waarvan de VSSE nadien, via een uitzonderlijke inlichtingenmethode, een gerichte bevraging kan doen bij de bank in kwestie. Deze regeling komt ten goede van de privacy van de burger - zijn naam moet immers niet aan verschillende banken bekend gemaakt worden – is minder tijdrovend en werkt ook kostenbesparend.
Eens de VSSE weet bij welke bank een persoon een rekening heeft, kan ze via een speciale procedure, een zogenaamde “uitzonderlijke inlichtingenmethode” gegevens opvragen over bankrekeningen, kluizen, financiële instrumenten en bankverrichtingen. Elke aanvraag moet vooraf goedgekeurd worden door een bestuurlijke Commissie bestaande uit 3 magistraten. Het Vast Comité I voert een controle uit op deze aanvragen.
Er moet ook opgemerkt worden dat deze gegevens niet kunnen ingewonnen worden in het kader van onderzoeken naar extremisme en inmenging.
Uit de cijfers van het Vast Comité I blijkt dat deze uitzonderlijke methode trouwens slechts zelden wordt toegepast (zie jaarrapport van 2014):
2012: 16
2013: 11
2014: 8
De informatie van het CAP is een werkinstrument dat de VSSE mogelijk maakt om de financiering van het terrorisme in kaart te brengen. Dit is één trouwens van de maatregelen die de regering genomen heeft naar aanleiding van de aanslagen in Parijs.
Het protocolakkoord, dat in alle openheid werd opgesteld, geeft blijk van transparantie in de werking van de VSSE. Het is dan ook te betreuren dat dit op verkeerde wijze wordt voorgesteld in bepaalde media.