01 sep 2022 10:06

Uitvoering celstraffen tussen twee en drie jaar voortaan altijd via rechter

Na eerder uitstel is het zo ver: vanaf 1 september 2022 treedt de Wet Externe Rechtspositie (WERP) effectief in werking. Niet langer het gevangeniswezen maar de strafuitvoeringsrechter zal vanaf 1 september beslissen over de uitvoering van gevangenisstraffen van meer dan twee jaar en maximaal drie jaar.

Gevangenisstraffen tussen zes maanden en drie jaar vergleden tot voor kort systematisch naar elektronisch toezicht. Het was een omzendbrief van het gevangeniswezen die de uitvoering van deze korte straffen regelde.

Daar komt nu dus verandering in: bij de uitvoering van straffen van meer dan twee jaar en maximum drie jaar uitgesproken vanaf 1 september komt er altijd een rechter tussen. Voor straffen boven de drie jaar is dat nog steeds de strafuitvoeringsrechtbank en voor straffen onder de drie jaar een alleenzetelende strafuitvoeringsrechter. In een tweede fase zal dit ook het geval zijn voor straffen van maximaal twee jaar.

    Strafuitvoeringsmodaliteiten

    Wie veroordeeld is tot een gevangenisstraf tussen de twee en drie jaar kan vragen om die straf geheel of gedeeltelijk buiten de gevangenis uit te zitten, via zogenaamde strafuitvoeringsmodaliteiten. Concreet gaat het over: beperkte detentie, elektronisch toezicht, voorwaardelijke invrijheidsstelling en voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of overlevering. De veroordeelde vraagt de strafuitvoeringsmodaliteit zelf aan en het is de strafuitvoeringsrechter die erover beslist.

    Voor celstraffen van maximaal drie jaar, gelden volgende termijnen:

    • beperkte detentie of elektronisch toezicht: aanvraag mogelijk vanaf zes maanden voor een derde van de straf is uitgezeten,
    • voorwaardelijke en voorlopige invrijheidstelling: aanvraag mogelijk vanaf het moment dat een derde van de straf is uitgezeten.
    Voorbeeld

    Iemand die tot 28 maanden is veroordeeld (vanaf 1 september), komt na 9 maanden en 10 dagen in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling (1/3 van de straf). 

    Elektronisch toezicht is in dat geval mogelijk na 3 maanden en 10 dagen (1/3 van de straf verminderd met 6 maanden). Die eerste tijd zal dus in hechtenis worden doorgebracht. Alleen daarna kan elektronisch toezicht worden toegekend door de strafuitvoeringsrechter.

    Geen enkele veroordeelde - die niet in voorhechtenis heeft gezeten - kan dus onmiddellijk onder elektronisch toezicht worden geplaatst.

     

    Opschorting

    De nieuwe wet introduceert nu een procedure waarbij de kortveroordeelde de strafuitvoeringsmodaliteit aanvraagt en een dossier samenstelt. Tijdens de behandeling van zijn of haar aanvraag kan de gevangenisstraf tijdelijk opgeschort worden.

    Verloop van de procedure:

    • De veroordeelde ontvangt na de veroordeling de brief van het openbaar ministerie (het zogenaamde gevangenisbriefje).
    • De veroordeelde biedt zich binnen de 5 werkdagen spontaan aan op de griffie van de gevangenis.
    • De griffie controleert of de veroordeelde in aanmerking komt voor een bepaalde strafuitvoeringsmodaliteit.
    • Indien het geval en er is voldaan aan alle voorwaarden, dan kan de gevangenisstraf opgeschort worden tot de strafuitvoeringsrechter uitspraak doet. Dat betekent dat de veroordeelde tijdelijk de gevangenis mag verlaten. Hij of zij krijgt dan vijftien dagen de tijd om een dossier (inlichtingenformulier en bewijzen) in te dienen op de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank.
    • De strafuitvoeringsrechter neemt een beslissing over de strafuitvoeringsmodaliteit.

    Voor bepaalde misdrijven zal de veroordeelde sowieso in de gevangenis moeten blijven tot er een uitspraak is van de strafuitvoeringsrechter, zelfs al is aan alle voorwaarden voldaan. Dat geldt bijvoorbeeld bij veroordelingen wegens seksuele of terroristische misdrijven.
    Ook als de veroordeelde zich niet spontaan aanmeldt op de griffe van de gevangenis, moet die sowieso de uitspraak afwachten in de gevangenis.

    brochure

    Detentiehuizen

    Om dit mogelijk te maken, investeert justitie in detentiehuizen voor kortveroordeelden en extra magistraten en gerechtspersoneel. En ook op IT-vlak is er beweging: veroordeelden zullen hun aanvraag eveneens via Just-on-web kunnen indienen wat de administratieve werklast moet verminderen.

    Justitie maakt hiermee komaf met het gebruik dat gevangenisstraffen tot drie jaar automatisch werden omgezet in elektronisch toezicht. Kortveroordeelden zullen hun gevangenisstraf nu uitzitten in een detentiehuis waar zij intensieve begeleiding krijgen, of, wanneer gegund door de strafuitvoeringsrechter, beperkte detentie of elektronisch toezicht opgelegd krijgen.

    Alle straffen uitvoeren betekent niet noodzakelijk strenger straffen. Het uitgangspunt moet zijn: een door de rechter uitgesproken straf wordt ook effectief uitgevoerd, mét de nodige begeleiding. De dossiers van celstraffen tussen de twee en drie jaar worden dus vanaf nu onderzocht door een strafuitvoeringsrechter die toeziet op de strafuitvoering. Later volgen dan ook de dossiers met celstraffen van maximum twee jaar.