04 mrt 2024 16:10

UNEA en de EU verbinden zich ertoe milieuproblemen en -crises aan te pakken

Van 26 februari tot 1 maart kwam de 6e Milieuvergadering van de Verenigde Naties (UNEA-6), het hoogste besluitvormingsorgaan voor het milieu, bijeen in Nairobi, Kenia. 193 VN-lidstaten engageerden zich om op alle besluitvormingsniveaus doeltreffende, inclusieve en duurzame acties in te voeren om de drievoudige crisis van klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en vervuiling te bestrijden. Het Belgische voorzitterschap, vertegenwoordigd door de federale minister van Leefmilieu, ging deze verbintenis aan namens de EU en haar lidstaten.

Om de 2 jaar komen de VN-lidstaten samen in het hoofdkwartier van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) in Nairobi. UNEA is het enige universele forum voor het milieu en een uniek platform voor het bepalen van de meest doeltreffende manier om te reageren op wereldwijde uitdagingen. De delegatie van het voorzitterschap, geleid door de Belgische federale minister van Leefmilieu en ondersteund door een team van experten op het gebied van milieu en buitenlandse zaken, coördineerde het Europese standpunt en onderhandelde namens de EU en haar lidstaten, samen met de Europese Commissie.

Eén doel voor de EU: de drievoudige crisis overwinnen

Tijdens UNEA-6 wilden de VN-lidstaten hun gezamenlijke inzet bevestigen voor een versterkte multilaterale en internationale samenwerking om de crises van klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en vervuiling op een geïntegreerde manier aan te pakken, net als andere uitdagingen zoals woestijnvorming, bodemdegradatie, droogte en ontbossing.

Na intensief overleg keurden ze een ministeriële verklaring goed. Daarnaast werden verschillende resoluties aangenomen, onder andere om de samenwerking te verbeteren en te zorgen voor synergie bij de concrete uitvoering van milieuacties op alle niveaus. “Elk van deze teksten weerspiegelt de huidige inzet van de internationale gemeenschap voor internationale samenwerking en het engagement om samen met UNEP de wereldwijde milieucrises aan te pakken. De besprekingen verliepen moeizaam en het algemene ambitieniveau van de resultaten is lager dan de EU had gehoopt. Mijn ervaring met deze bijeenkomst is dat milieuonderhandelingen duidelijk niet geïsoleerd plaatsvinden. De moeilijke geopolitieke context heeft ook een impact op wereldwijde milieuonderhandelingen, waardoor effectief multilateralisme op de proef wordt gesteld”, aldus de Belgische minister.

Twee EU-resoluties haalden de eindstreep

Na intensieve onderhandelingen werden uiteindelijk twee resoluties aangenomen die door de EU en haar lidstaten waren voorgesteld. De eerste gaat over de uitvoering van doeltreffende en inclusieve oplossingen om het waterbeleid te versterken en duurzame ontwikkeling te bereiken in de context van klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en vervuiling. De resolutie bouwt voort op de resultaten van de Waterconferentie van de Verenigde Naties in 2023 en geeft UNEP de opdracht om een actieve rol te spelen bij de voorbereiding van toekomstige waterconferenties.

De tweede resolutie, die samen met Costa Rica werd voorgesteld, gaat over het versterken van de inspanningen op het gebied van de oceaan om de drievoudige crisis aan te pakken. Ze roept lidstaten, UNEP en secretariaten van regionale zeeverdragen en actieplannen op om samen op te treden voor de bescherming en het behoud van ons mariene en kustmilieu. Ze moedigt ook de snelle ratificatie aan van het onlangs aangenomen VN-akkoord over de mariene biodiversiteit van gebieden buiten de nationale jurisdictie (Biodiversity Beyond National Jurisdiction - BBNJ) en de ontwikkeling van een juridisch bindend instrument over plasticvervuiling waarover momenteel wordt onderhandeld tijdens de INC- sessies.

De EU had ook een resolutie voorgesteld om de overgang naar de circulaire economie te versnellen, maar die kreeg niet de nodige steun. De EU besloot haar voorstel in te trekken, met de precisering dat de transformatie van de lineaire economie in een circulaire economie verder zou worden gestimuleerd. De EU was ook verheugd dat het concept van circulariteit was opgenomen in de resolutie over de suikerrietsector en verwelkomde de aanneming van een resolutie over duurzame levensstijlen.

Belangrijkste resultaten van UNEA-6

UNEA-6 heeft ook een aantal andere resultaten behaald, waaronder de volgende:

  •  Het toenemende gebruik van hulpbronnen wordt beschouwd als de belangrijkste oorzaak van de drievoudige planetaire crisis. Deze uitdaging vereist de implementatie van ingrijpende en systemische verschuivingen op een ongekende schaal en met een ongekende snelheid. De Global Resource Outlook 2024 werd voorgesteld om regeringen een geïntegreerd besluitvormingsinstrument te bieden. Dat zal hen ondersteunen om de Sustainable Development Goals (SDG's) en de doelstellingen die zijn vastgelegd in internationale overeenkomsten te behalen.
  • Voor de eerste keer organiseerde UNEP een hele dag dialoog met de secretariaten van de belangrijkste multilaterale milieuovereenkomsten (MEA's), om de complementariteit te verbeteren van hun inspanningen om klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en vervuiling tegen te gaan.
  • In de ministeriële verklaring werd benadrukt dat het wereldwijde kader voor chemische stoffen (Global Framework on Chemicals) sneller moet worden ingevoerd. Dit GFC wil de schade veroorzaakt door chemische stoffen en afval voorkomen en beperken door de hele levenscyclus van chemische stoffen te benaderen via een multistakeholder- en multisectorale aanpak.  

Op het einde werd de Belgische minister van Leefmilieu benoemd tot vicevoorzitter van de volgende UNEA-7 vergadering van december 2025, waarbij ze verklaarde: "Wat de wereld nu nodig heeft is een beslissende, toekomstgerichte en ambitieuze wereldwijde samenwerking om de gezondheid van deze planeet te behouden voor de huidige en toekomstige generaties. Ik blijf me inzetten om samen te werken met alle landen, net als met jongerenvertegenwoordigers, inheemse volkeren en andere belanghebbenden wereldwijd, om elke gelegenheid, op alle besluitvormingsniveaus, hiervoor aan te grijpen.”