20 mei 2016 13:48

Uitbreiding van het GPMI naar elke nieuwe begunstigde van een leefloon: ondersteuning en responsabilisering

De “Geïndividualiseerde Projecten voor Maatschappelijke Integratie” zullen vanaf 1 september verplicht zijn voor elke nieuwe begunstigde van het leefloon. Het gaat om een belangrijke hervorming en een evolutie naar een grotere responsabilisering van begunstigden, die een sociale en professionele re-integratie beoogt.

De Regering heeft het voorstel goedgekeurd (voorontwerp van wet aangenomen in tweede lezing op de Ministerraad) van Minister van Maatschappelijke Integratie Willy Borsus om het Geïndividualiseerde Project voor Maatschappelijke Integratie (het “GPMI”) uit te breiden naar alle nieuwe dossiers.

 

Het gaat om een belangrijke stap die op middellange termijn leidt naar een veralgemening van het GPMI naar iedereen en die als doel heeft om begunstigden duurzaam opnieuw in te schakelen. Een beperkte beoordelingsmarge zal gelaten worden aan de OCMW’s die, via een gemotiveerde beslissing, de onmogelijkheid of het niet-opportune karakter om een GPMI af te sluiten omwille van specifieke redenen kunnen vaststellen.

 

Het doel van de hervorming is onmiskenbaar om de maatschappelijke integratie en de professionele inschakeling van begunstigden van een leefloon te ondersteunen, maar ook om hen te responsabiliseren. Een GPMI is immers tegelijkertijd een begeleidings- en opvolgingsinstrument ‘op maat’ en een echt contract met rechten en plichten die de beide partijen toekomen, met name het OCMW (dat zich engageert om de persoon te helpen, hem of haar hulpmiddelen of noodzakelijke contacten te verlenen,…) en de begunstigde (die zich engageert om stappen te ondernemen om zich te integreren in de maatschappij, zoals bijvoorbeeld werk te vinden, vormingen te volgen, een stage te lopen,…).

 

De uitbreiding van het GPMI maakte deel uit van het Regeerakkoord. Het project dat binnenkort aan het Parlement zal worden voorgelegd, is het resultaat van een werk van overleg en van diepgaande analyses (een studie van verschillende maanden werd gerealiseerd door de Université Saint-Louis Bruxelles en de Karel de Grote Hogeschool Antwerpen om het systeem van het GPMI te analyseren en een hervorming voor te stellen.

 

Volgens Willy Borsus, Minister van Maatschappelijke Integratie : “We stellen jaar na jaar een groei vast van het aantal leefloonbegunstigden. Daarom is het belangrijk te investeren in een beleid dat deze personen toelaat zich duurzaam opnieuw te integreren in de maatschappij en de weg naar werk terug te vinden. Daarnaast heeft deze hervorming als doel om leefloonbegunstigden te responsabiliseren en opent ze de weg naar zelfredzaamheid en de inschakeling van deze laatsten in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Het gaat erom vaak kwetsbare personen te begeleiden, en natuurlijk niet om hen te ‘straffen’.”

Volgens een raming verwachten we 38.910 nieuwe dossiers in 2017. Deze zullen dus verplicht genieten van een Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie.

 

Doelgroep
Het GPMI zal uitgebreid worden naar alle nieuwe leefloondossiers, zonder beperking in leeftijd of in doelgroep. Het zal dus voortaan verplicht zijn voor alle leefloonbegunstigden, hierin inbegrepen erkende vluchtelingen en personen die genieten van een subsidiaire bescherming. Op dit ogenblik is het GPMI enkel verplicht voor min 25-jarige leefloonbegunstigden.

 

Administratieve vereenvoudiging
Willy Borsus preciseert : “Het gaat er niet om  van het GPMI een bijkomend bureaucratisch instrument te maken. De idee is om het administratieve werk van de OCMW’s te vereenvoudigen zodat tijd vrijgemaakt wordt voor het maatschappelijk werk. Het GPMI zal wel te verstaan niet gewoon een in te vullen formulier zijn, regelmatige contacten met de begunstigden zijn voorzien om er de opvolging van te verzekeren.”


Evaluatie : drie evaluaties per jaar zullen moeten plaatsvinden met de begunstigde. De OCMW’s zullen de keuze hebben te bepalen op welke ogenblikken deze laatste plaatsvinden, maar twee evaluaties moeten oog in oog doorgaan.
Sancties : het sanctiesysteem zal herzien worden. De huidige procedure is immers te lang. In het geval dat de elementen hernomen in het GPMI niet worden gerespecteerd, wenst de Minister dat de OCMW’s sneller kunnen handelen terwijl een progressiviteit van de sancties toegestaan wordt. De schorsingen van het leefloon van maximaal een maand en maximaal drie maanden in het geval van recidive worden behouden, terwijl de focus op een gradatie van de sanctie wordt gelegd. De Minister voert eveneens een uitstel in om OCMW’s toe te laten de sanctie niet meteen toe te passen, maar een duidelijk signaal te geven aan de begunstigden.
ICT-instrument : een ICT-instrument zal gratis ter beschikking worden gesteld van de OCMW’s om het GPMI op een eenvoudige wijze te beheren.

 

Een goed begeleidingsinstrument
De gerealiseerde studie toont aan dat de meerderheid van de OCMW-respondenten het GPMI beschouwen als een ondersteunend kader dat de kracht en het dynamisme van een begeleidingsinstrument heeft. “De idee van het contractualiseren van de hulpverlening sluit aan bij de methodiek van de taakgerichte hulpverlening in maatschappelijk werk. Samengevat is het taakgericht werkmodel een probleemoplossende aanpak. Het helpt gerechtigden hun probleem te benoemen, te onderkennen en een aanpak uit te stippelen vanuit hun eigen concrete situatie. Het probleemoplossend vermogen van de cliënt staat hierbij centraal.” Vandaar het belang om het GPMI te implementeren door het toe te spitsen op de taken, om het geheel van doelstellingen te definiëren, de weg om er te komen uit te tekenen en evaluatiemomenten te voorzien.

 

Gemeenschapsdienst
Een andere nieuwigheid : een gemeenschapsdienst op vrijwillige basis wordt ingevoerd en zal deel kunnen uitmaken van het contract dat de begunstigde met het OCMW tekent. Het Regeerakkoord voorzag dat “de federale Regering via een aanpassing van de regelgeving aan de lokale besturen nieuwe instrumenten geeft inzake sociale en maatschappelijke integratie om binnen het GPMI een gemeenschapsdienst voor leefloners uit te werken.” Deze gemeenschapsdienst zal op vrijwillige basis aan de begunstigden worden voorgesteld. Hij heeft als doel om enerzijds bij te dragen aan het persoonlijk ontwikkelingstraject van de begunstigde en anderzijds om hem toe te laten, als hij dat wil, bij te dragen aan het gemeenschapsleven.
We merken op dat gemeenschapsdienst op vrijwillige basis is gestoeld, maar eenmaal het  engagement genomen is door de begunstigde, zal het respect ervan verplicht zijn.

 

Financiering van de maatregel
De aan de OCMW’s verleende financiering wordt in de praktijk gebracht door een verhoging met 10% van het terugbetalingspercentage ten laste genomen door de federale staat van de leefloondossiers. Dezelfde financiering zal eveneens verleend worden aan OCMW’s die een GPMI afsluiten met begunstigden voor wie het GPMI niet verplicht is. Deze maatregel vormt een bijkomende ondersteuning en een aanmoediging om het GPMI sneller naar iedereen uit te breiden.

 

Duur van het GPMI
Hoewel een GPMI een variabele duurtijd heeft in functie van de situatie van de begunstigde, genieten de OCMW’s gedurende een periode van maximaal één jaar (eventueel verlengbaar met een bijkomend jaar) van de bijkomende financiering van 10%.

 

Timing
De hervorming zal van toepassing zijn vanaf 1 september 2016, met een gedeeltelijke retroactiviteit (de begunstigden die een leefloon toegekend kregen 6 maanden voorafgaand aan 1 september zullen eveneens een GPMI moeten afsluiten). 
Een evaluatie van de hervorming is voorzien binnen 3 jaar.

 

Cijfers
We telden in 2015 : 115.027 leefloonbegunstigden, ofwel een stijging van 12,4% ten opzichte van 2014.