20 jun 2016 16:36

Willy BORSUS lanceert zijn maatregelen voor “KMO’s zonder grenzen”

Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s, Landbouw en Maatschappelijke Integratie Willy Borsus stelde deze ochtend zijn maatregelen voor om de export van de KMO’s te stimuleren.

De internationale ontwikkeling van de KMO’s is een van de prioriteiten van de federale regering. Het gaat bovendien om een van de zes assen van het KMO-plan dat de Ministerraad in februari 2015 heeft goedgekeurd.
Voor de KMO’s heeft internationalisering legio voordelen. De internationaal actieve ondernemingen zijn over het algemeen innovatiever en productiever. Met zijn exportgeoriënteerde economie blijft België een belangrijke speler op de internationale markt.

 

Uit recente studies is echter gebleken dat slechts een kwart van de KMO’s actief is op internationaal vlak. Welnu, de internationalisering van de KMO’s en de opening naar nieuwe markten zijn essentieel om de groei van onze economie te ondersteunen.

 

We zien immers dat de ondernemingen die internationaal actief zijn, sneller groeien qua omzet en tewerkstelling, en over het algemeen innovatiever en productiever zijn.

 

De recentste economische statistieken tonen aan dat de export zich in België concentreert bij een beperkt aantal ondernemingen van grote omvang, met een hogere kapitaalintensiteit en een hogere productiviteit dan de ondernemingen die niet actief zijn op de buitenlandse markt.

 

Rekening houdend met deze vaststellingen, komt minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s, Landbouw en Maatschappelijke Integratie Willy Borsus tot de conclusie dat het van primordiaal belang is om de Belgische KMO’s verder te stimuleren om internationaal te gaan.
Daarom stelt hij een actieplan voor dat, met respect voor de bevoegdheidsverdeling, maatregelen bevat die het resultaat zijn van een overleg dat werd gevoerd met een reeks actoren, waaronder de Beroeps- en Interprofessionele Federaties, Kamers van Koophandel en nog andere, die we hierbij onze erkentelijkheid willen betuigen.

 

Deze maatregelen draaien rond de volgende assen:

 

1. Ontwikkeling van de  registratie van de Belgische exportprestaties, met het oog op de integratie van sleutelindicatoren in de barometer voor KMO’s en zelfstandigen

 

De nu beschikbare statistieken geven geen inzicht in de exportkwestie op basis van de omvang van de ondernemingen. Een werkgroep van deskundigen zal in overleg met de bevoegde autoriteiten en ministers worden opgericht, opdat het Belgische statistische instrumentarium systematisch relevante gegevens zou opleveren en opdat we vooruitgang zouden boeken in het registreren van de exportprestaties van de  Belgische KMO’s.
Deze gegevens zullen bovendien geïntegreerd worden in de Barometer van de KMO’s en de zelfstandigen die bestaat bij de FOD Economie.

 

2. De KMO’s bekend maken met de voordelen van internationalisering en de KMO-specifieke exportondersteunende instrumenten, met name die van Delcredere

 

Om de zichtbaarheid bij de KMO’s van de bestaande instrumenten te verbeteren, zullen wij, samen met Delcredere, tegen het einde van dit jaar, begin volgend jaar een roadshow doorheen het hele land organiseren  om de KMO-specifieke exportondersteunende instrumenten beter gekend te maken.

 

3. Bundeling van de inspanningen voor de export, via de vorming van economische samenwerkingsverbanden (ESV) en werkgeversgroeperingen (WG)

 

De exportsuccessen zijn het vaakst het resultaat van de demarches van de ondernemingen van een zekere omvang.
Daarom kan de krachten bundelen, per land of per geografische zone, helpen om de culturele specificiteit van een land beter te begrijpen en om beter gewapend te zijn tegen potentiële risico’s.
De vorming van een economisch samenwerkingsverband (ESV) of een werkgeversgroepering (WG) kan de kleinste ondernemingen in staat stellen om gemakkelijker nieuwe markten aan te boren en het hoofd te bieden aan de exportkosten via de bundeling van de middelen en de vaardigheden.
De KMO’s die gebruik maken van deze instrumenten verhogen dus hun slaagkansen op internationaal vlak.
De FOD Economie zal daarom de mogelijkheid onderzoeken om via zijn website promotie te maken voor het ESV en de WG door informatie en advies te publiceren.

 

4. KMO’s fiscaal aanmoedigen om zich internationaal te profileren en een exportdeskundige aan te werven

 

Hoe kunnen de ondernemingen die van plan zijn aan export te beginnen ertoe worden aangezet om de stap te zetten? Hoe kunnen deze ZKO’s en KMO’s geholpen worden om hun internationale ontwikkeling te versnellen en hun kansen op succes buiten onze grenzen te verhogen?


Om te antwoorden op deze vragen wordt een voorstel van fiscale stimulans bestudeerd voor de KMO’s die beslissen een exportdeskundige aan te werven. Deze “deskundige zonder grenzen” zou genieten van een gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor een maximale periode van 18 maanden.

 

We zouden bijvoorbeeld dit voordeel kunnen richten tot “primo-exporterende” KMO’s, dat wil zeggen KMO’s die sinds minder dan 3 jaar exporteren, of tot KMO’s jonger dan 5 jaar, ook wel jongestarters genoemd, met inachtneming van de voorschriften van de Europese Unie inzake staatssteun, alsook van de verdeling van bevoegdheden tussen de federale staat en de gefedereerde entiteiten.

 

5. Vereenvoudiging van de toegang van KMO’s tot het Europees octrooi

 

Naast de kost van de neerlegging van het octrooi “met eenheidswerking”, die gedeeld zal worden door tien voor een tienjarige bescherming in 26 lidstaten (Spanje en Kroatië hebben dit Europese akkoord nog niet geratificeerd), zal de oprichting van een rechterlijk stelsel met een lokale afdeling in Brussel tot gevolg hebben dat de titularissen efficiënter beschermd zullen worden dan in het verleden.

 

6. Bevordering van de samenwerking met de gefedereerde entiteiten en het Europees niveau, om de uitwisseling van goede praktijken inzake internationalisering van KMO’s te ondersteunen

 

Het “SME Envoys Network” dat werd opgericht door de Europese Commissie maakt het met name mogelijk de goede praktijken uit verschillende lidstaten te verspreiden, de moeilijkheden waarmee onze KMO’s worden geconfronteerd onder de aandacht te brengen en voorstellen te formuleren van acties die prioritair ontwikkeld moeten worden voor de invoering van een efficiënter Europees KMO-beleid. De Belgische leden van dit netwerk zullen binnenkort een denkoefening houden met de gewestelijke collega’s over de ondersteuning van internationalisering, alsook over digitalisering en e-commerce.

 

Wat de ondersteuning van internationalisering betreft, zal het netwerk zeer binnenkort nadenken over de beste praktijken van de lidstaten.

 

Willy Borsus zei nog het volgende: “Het gaat wel degelijk om maatregelen die allemaal dezelfde doelen nastreven, namelijk de competitiviteit van onze ondernemingen verbeteren, de oprichting van nieuwe ondernemingen mogelijk maken en de tewerkstellingsgraad verhogen.”